vrijdag 16 november 2007

taalachterstand of niet?

Kinderen ontwikkelen allemaal voor hun vierde jaar de basis van taal. Dat doen ze in hun eigen tempo en als zij eraan toe zijn. Soms is de een wat sneller dan de ander. Je hebt echte brabbelaars, die al rond hun eerste jaar er lekker onverstaanbaar op los brabbele. Je hebt ook perfectionisten,die de woorden eerst goed opnemen om ze wat later meteen goed te kunnen uit spreken.

Vanaf de geboorte communiceren kinderen eerst non-verbaal. Baby's reageren op de verorgers door te glimlachen en te luisteren naar klanken om zich heen. Na een half jaar oefenen ze al brabbelend klanken en medeklinkers. Rond de eerste verjaardag kan een kind met zijn eerste echte woordjes actief duidelijk maken wat hij bedoelt. Zijn passieve woordkennis is vaak veel groter. Na ongeveer 50 tot 100 woorden onstaat de woordenschat explosie van vele woroden per maand. Rond twee jaar komen de twee-of drie woordjes zinnentjes. Kinderen van gemiddeld drie jaar spreken in drie-tot vijf woordzinnenmet een nog niet volwassen grammatica. Bij vier jaar kunnen ze eenvoudige zinnen met vrijwel volledige grammaticva uitspreken.Vijfjarigen kunnen in volledige zinnen een begrijpelijk verhaal vertellen. een kind van zes heeft een woordenschat van gemiddeld 14.000 woorden. De ontwikkeling an taal gaat daarna het hele leven door.

De peuter uit jouw voorbeeld maakt een gemiddelde indruk. Haar 'achterstand' kan heel goedpassen binnen de beschreven taalontwikkeling. Misschien is het de 'stilte voro de storm': is ze zo'n perfectionist die alles goed wil uitspreken en komt er binnenkort een enorme woordenstoom uit. Het is goed om op te letten of er verdere ontwikkelingen ontstaan. Leert ze er bijvoorbeeld passief woorden bij ? Zijn er fysieke oorzaken waardoor ze niet wil of kan praten? Maakt ze verder in het dagelijks leven een gezonde, gelukkige indruk? Het kan ook zijn dat ze weigeren als noodzaak ziet om te praten. Bijvoorbeeld omdat ze zonder woroden goed begrepen wordt. Daag haar daarom uit om zoveel mogelijk uit door vragen te stellen en te herhalen: Wat wil je op je brood? Wil je graag pindakaas? Het is verder belangrijk dat kinderen taal om zich heen horen. Je vergroot de woordenschat van peuters en leert hen ook regels over taal door veel tegen hen te praten. Je kunt verder boeken gebruiken om voor te lezen of via plaatjes de kinderen om de beurt te laten vertellen. Kinderen worden zo spelendewijs geactiveerd om taal te gebruiken.

Geen opmerkingen: